Van afgedankt hout tot nieuwe meubels
Deze drie bedrijven slaan de handen ineen
Afgedankt hout heeft de ongekende potentie om een tweede leven te vinden als spaanplaatmateriaal in nieuwe producten zoals keukens, kasten en bedden. Maar dan is het wel belangrijk dat afvalhout zorgvuldig wordt ingezameld en verwerkt tot nieuwe grondstof. Dat kan alleen door intensieve samenwerking en hoge kwaliteitseisen. Drie bedrijven slaan de handen ineen om precies dat voor elkaar te krijgen.
In een circulaire economie kun je beargumenteren dat een productieketen geen begin of eind heeft. Het gehele proces – van weggooien tot verkopen – is namelijk onderdeel van dezelfde cirkel. Toch zul je ergens moeten beginnen met het beschrijven van de circulaire verwerkingsketen van hout. In dit geval begint die bij afvalverwerkingsbedrijf en producent van nieuwe grondstoffen PreZero. Het bedrijf zamelt afgedankt hout in, legt Paul Valster, verantwoordelijk voor de houtketen bij PreZero Nederland uit. “Het gaat dan om hout dat al eerder een toepassing heeft gehad, en nu als afzonderlijke afvalstroom wordt aangeboden of door ons wordt gesorteerd uit het bouw- en sloopafval of bedrijfsafval. Maar ook het hout dat door de burgers wordt aangeboden bij de gemeentelijke milieustraten.”
Houtkwaliteit
Al het hout dat PreZero inzamelt, sorteert het bedrijf vervolgens op verschillende plekken in Nederland. Dit hout wordt ingedeeld in verschillende categorieën, van A, B tot C. A-hout is onbehandeld en niet geverfd, denk aan pallets. B-hout betreft behandeld hout, zoals geverfd hout, laminaten en spaanplaat. C-hout is behandeld met chemische stoffen, zoals schuttinghout en spoorbielzen. Dit hout wordt gekenmerkt als gevaarlijk afval. C-hout is niet geschikt voor hergebruik. Maar A en B hout kunnen nog heel goed opnieuw gebruikt worden.
“A en B-hout wordt vervolgens gecontroleerd op verontreinigingen zoals metalen en kunststoffen”, zegt Valster. “Vervolgens wordt het hout twee keer geshredderd, zodat er eerst grote en daarna kleinere fracties van worden gemaakt. Met behulp van magneten kunnen we dan tot slot nog oude spijkers en bijvoorbeeld achtergebleven hang en sluitwerk verwijderen. Het eindproduct, houten spaanders, gaat vervolgens als grondstof naar spaanplaatfabrikanten.”
Altholzverordnung (afvalhoutverordening)
En dat is waar het Duitse Pfleiderer om de hoek komt kijken, een grote producent van houten plaatmateriaal voor de bouw- en meubelsector. “Voor ons is het heel belangrijk dat de houtspaanders die wij van PreZero krijgen superschoon zijn”, vertelt Frank Geerts directeur van Pfleiderer Benelux divisie. “In Duitsland zijn ze daar heel streng op. In de Altholzverordnung staat precies waar gerecycled hout aan moet voldoen voordat je het mag hergebruiken. Bevat een lading spaanders namelijk nog chemicaliën of zware metalen, dan voldoen onze platen niet aan de hiervoor gestelde strenge kwaliteitseisen. Daarom doen wij zelf ook altijd nog een reinigingstap.” Nadat de houtspaanders grondig gereinigd zijn, maakt Pfleiderer er weer nieuwe spaanplaten van, die meubelmakers en bouwbedrijven kunnen gebruiken voor nieuwe toepassingen.
Nieuwe houten meubels
Eén van die fabrikanten en sinds kort een belangrijke schakel in deze houtketen is Smeulders Interieur Groep. Deze interieurbouwer nam al langer plaatmateriaal af van Pfleiderer. Maar sinds de zomer is het bedrijf ook partner van PreZero die het volledig afvalbeheer overziet. Dat betekent bijvoorbeeld dat het hout dat ontstaat uit zaagverlies, door PreZero wordt opgehaald en gerecycled. Eenmaal schoongemaakt en verwerkt tot spaanplaat door Pfleiderer, kan dit hout weer door Smeulders gebruikt worden voor keukens, tafels en kasten.
“Spaanplaat is een ondergewaardeerd product”, zegt Frank van der Krabben, operationeel inkoper bij Smeulders. Volgens van der Krabben heeft spaanplaat onterecht een negatieve naam. “Dat komt omdat het materiaal vroeger werd geassocieerd met formaldehyde. Mensen kregen daar hoofdpijn van.” Daardoor won MDF – gemaakt van geperst en verlijmde houtvezels - de laatste jaren aan populariteit. Maar door de samenstelling is MDF moeilijk te recyclen en rest er weinig anders dan de verbrandingsoven.
Ondertussen zijn de veiligheidsvoorschriften rond spaanplaten veel strenger geworden, zodat van gezondheidsrisico’s geen sprake meer is. “Als meubelmaker zijn we erg afhankelijk van de keuzes van de architect”, zegt Van de Krabben. “Die is gewend geraakt aan MDF, terwijl spaanplaat inmiddels een heel goed materiaal is geworden. Wij werken er het liefst mee en het is beter voor het milieu. Die kennis proberen we te delen met architecten.” En met succes: van al het hout waar Smeulders mee werkt is zo’n 80 procent inmiddels spaanplaat. De overige 20 procent is MDF.
Prijs vs. duurzaamheid
Maar de houtketen voor spaanplaten kent nog steeds uitdagingen. “Prijs blijft een issue in de bouw”, zegt Geerts. “Onze spaanplaat met organische proteïnelijm is nog steeds een euro duurder dan een standaard plaat. Als een architect duizenden vierkante meters voorschrijft, leidt dat dus wel tot hogere kosten. Aan de andere kant maakt die euro minder uit als het hout onderdeel is van een veel groter project. Maar het is lastig nu de bouwhandel het moeilijk heeft.” Toch is Geerts ook voorzichtig optimistisch. “Je ziet dat de jonge generatie toch duurzamere verwachtingen heeft. Ik denk dat we over tien jaar een stuk verder zijn.”
Meer beleid nodig
Van der Krabben ziet voor Smeulders juist mooie kansen als meubilair aan het eind van de levensduur in losse onderdelen uit elkaar gehaald kan worden. “Niet lijmen, maar juist werken met losmaakbare verbindingen. Op die manier kunnen we materiaal makkelijker hergebruiken. In het beste geval hoeft het dan niet eens meer naar een spaanplaatfabriek. We zien steeds meer van dat soort ontwikkelingen, maar het is iets van de lange adem.”
“De enige manier om de houtketen verder te sluiten, is door de verdienmodellen van alle ketenpartners op elkaar aan te sluiten”, valt Valster bij. “Dat vraagt om openheid van alle betrokken partijen, zodat we wederzijdse belangen en behoeftes samen kunnen invullen. Je zult moeten investeren in circulariteit en dat kost geld. Ik vind het nog steeds schrijnend om te zien dat mooi afvalhout wordt verbrand, simpelweg omdat het de goedkoopste manier is om ervan af te komen. Deels komt dat door subsidies zoals de SDE++, waarmee overheden financiële compensatie verstrekken voor het opwekken van zogenaamde groene energie. Hout verbranden dat nog goed is, moeten niet alleen wij als marktpartijen zien te voorkomen; het vraagt ook om beleid op Europees niveau. De grens van grondstoffen stopt niet bij Nederland.”
Artikel in samenwerking met Change Inc.